Soorten ILC
Invasief lobulair tumoren zijn te onderscheiden op verschillende cellulaire en microscopische kenmerken.
​
Klassiek ILC
Dit is het meest voorkomende subtype van lobulair borstkanker.
Pleomorf ILC
Minder dan 5% van alle ILC’s is pleomorf. Het heeft vaak een verhoogde proliferatie-index (Ki67) en een hogere graad. Dit wil zeggen dat de kanker sneller en agressiever groeit dan klassiek ILC.
Pleomorf ILC vertoont ook minder hormoonreceptorpositiviteit en grotere overexpressie (positiviteit) van HER2 dan klassiek ILC.
Tubulo-lobulair ILC
Solide ILC
Alveolair ILC
​
​
​
Atypische lobulair hyperplasie (ALH) en LCIS worden niet als kanker beschouwd, maar beiden bestaan ​​uit abnormale cellen die kenmerken delen van de kankercellen die worden gezien bij ILC.
Hyperplasie is een overmatige groei van cellen. "Atypische" hyperplasie betekent dat de cellen er abnormaal uitzien. In beide gevallen groeien de abnormale cellen in de melkklieren of melkgangen van de borst, maar zijn ze nog niet begonnen met groeien door/buiten de wand van de melkklieren/melkgangen. De diagnose van deze afwijkingen in de borst wordt geassocieerd met een verhoogd risico op het ontwikkelen van borstkanker in beide borsten. Hoewel het wordt beschouwd als indicatoren van een verhoogd risico op borstkanker, zal een groot deel van mensen met ALH of LCIS mogelijk nooit kanker ontwikkelen.
LCIS ​​geeft aan dat de patiënt een verhoogd risico loopt en borstkanker in beide borsten kan ontwikkelen, niet noodzakelijkerwijs ILC. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) classificeert nu 3 varianten van LCIS: klassiek (CLCIS), floride (FLCIS) en pleomorf (PLCIS). Deze niet-invasieve varianten delen enkele moleculaire kenmerken met de invasieve varianten met dezelfde naam, wat duidt op een vergelijkbare cellulaire oorsprong. Bij klassiek LCIS wordt een patient meestal niet doorverwezen om de cellen operatief weg te laten halen vanwege de kleine kans op invasief worden. De pleomorfe en floride varianten van LCIS worden verondersteld genetisch en biologisch geavanceerderde afwijkingen te zijn dan klassiek LCIS.
CLCIS, floride LCIS en pleomorfe LCIS die worden gediagnosticeerd bij een kernbiopsie worden soms behandeld met operatieve verwijdering.
​
​